Wat kun je doen aan die enorme berg kleding, die soms niet eens gedragen zo in de verbrandingsovens verdwijnt? Studenten van Fontys en Zuyd Hogeschool denken mee tijdens de Week van de Circulaire Economie.

Tienduizenden kilo’s kleding worden elk jaar verbrand of gedumpt op stortplaatsen en in woestijnen. Het duurt zo’n tweehonderd jaar voor een kledingstuk is vergaan. Dat moet anders kunnen. Bedenk binnen een week een creatieve oplossing voor het kledingoverschot. Die opdracht kregen zestig studenten tijdens de regionale voorrondes voor de Nationale Conferentie Circulaire Economie. De drie beste ideeën doen vrijdag mee tijdens de landelijke finale.

Het groepje van Anne-Pauline de Baedts, die Business Studies studeert, schrok van de cijfers en combineert twee problemen: de kledingberg en de menstuatiearmoede. „Alleen al in Nederland heeft één op de negen meisjes tussen 12 en 25 jaar gebrek aan maandverband. En daar heb je er in je leven zo’n 11.000 van nodig. Hier kunnen we verschil maken. Er bestaan al initiatieven waarbij je als vrouw bij een aankoop van tampons of maandverband een pakje kunt doneren.” Prima, maar tijdelijk. De studenten zien meer in samenwerking met een afvalbedrijf dat textiel goed kan scheiden, zodat er een hygiënisch en wasbaar – op 60 graden – maandverband van gemaakt kan worden. „Een duurzame oplossing voor twee problemen dus.” De studenten hebben er ook nog een leuk tasje bij bedacht waar je het maandverband in kunt bewaren.

Distrubutiecentrum

Peter de Boer, student Facility Management, zoekt de oplossing in het minder bestellen van kleding. „Nu worden vaak twee of drie maten besteld en wat niet past wordt teruggestuurd. Ja, want het is gratis. Ik woon met drie vrouwen en ik roep vaak: ‘Het lijkt hier wel een distributiecentrum!’ Die kleding komt vaak terecht in de verbrandingsovens. Daar zijn heel veel mensen zich niet van bewust. Wij denken dus aan een app waarin precies je maten staan en waarin fabrikanten de juiste afmetingen van een kledingstuk aangeven, zodat je altijd de juiste maat bestelt. Met een speciale kleurenfunctie kun je dan ook nog zien of de kleur je goed staat. Zo hoef je nooit meer wat terug te sturen.”

Het groepje van Kylian van Dijk heeft ‘fairtrace’ bedacht. Elk kledingstuk krijg een soort paspoort, waarop te zien is hoe duurzaam het is, waar en hoe het gemaakt is en waarvan. Een duurzaam stuk krijgt een 1, niet duurzaam scoort een 5. „Het is toch hartstikke leuk om iets te weten over je kleding. We denken dat mensen dan ook bewuster kopen. Veel mensen kiezen voor ‘veel kleding voor weinig geld’. Misschien moet die goedkope kleding gewoon ook duurder worden en de duurzame iets goedkoper.”

Circulair

Tussen 7 en 12 februari richten bedrijven, ondernemers, overheids- en onderwijsinstellingen zich op het hergebruik van grondstoffen. Volgens projectleider Jan Heijns is de weg naar hergebruik lastig. „Tot nu toe was het systeem lineair: je koopt iets en als je het gebruikt hebt, gooi je het weg.” Dat moet dus anders.

Nederland wil in 2050 een volledig circulaire economie. Voor de kledingindustrie, die volgens duurzaamheidsexpert Marieke Eyskoot ruim honderd miljard kledingstukken per jaar produceert, is hergebruik van stoffen een hele klus. Dat komt onder meer doordat veel kleding bestaat uit gemengde materialen. „Scheiden is dan niet makkelijk en vrij kostbaar.” Volgens Eyskoot moet zowel de consument als de producent af van gedrag als „zo veel mogelijk voor zo weinig mogelijk, zo snel mogelijk”.