Afgelopen week verdedigde lectoraatslid Roy Broersma met succes zijn dissertatie ‘Innovation in SMEs: why some SMEs are better able to innovate than others’.

Het belangrijkste doel van Broersma’s proefschrift is inzicht te krijgen in waarom sommige mkb-bedrijven beter kunnen innoveren dan anderen. Dit vertaalt zich in de vraag wat innovatie binnen het mkb mogelijk maakt. Een belangrijk onderwerp want innovatie is van vitaal belang voor de overlevingskansen van een onderneming. Om hierop antwoord te kunnen vinden is een aantal onderzoeksvragen opgesteld die terugkomen in de diverse hoofdstukken:

  • Hoofdstuk 2: ‘Welke antecedenten betreffende innovatie zijn er geïdentificeerd in de mkb onderzoeksliteratuur?’
  • Hoofdstuk 3: ‘Welke individuele capaciteiten maken het verschil in het bepalen van innovatiesucces in het mkb?’
  • Hoofdstuk 4: ‘Hoe helpen kennisbeheer en betrokkenheid bij de strategische proces het midden- en kleinbedrijf bij het ontwikkelen van een balans tussen incrementele en radicalere innovatiemogelijkheden?’
  • Hoofdstuk 5: ‘Welk effect hebben partner selectie en “search depth” op het explorerend innovatievermogen van mkb’ers?’
  • Hoofdstuk 6: ‘Wat is de toegevoegde waarde van de RGO+ methode voor het mkb?’